
In eerdere blogs legde ik uit wat waterstof is en hoe je het kunt produceren met zonne-energie. Maar wat kun je er dan mee doen? In deze blog zoom ik in op de praktische toepassingen van waterstof — van voertuigen en verwarming tot industriële processen. Waar past het goed? En waar (nog) niet?
1. Waterstof in mobiliteit
Een van de bekendste toepassingen van waterstof is in voertuigen. In plaats van een accu rijdt een waterstofauto op een brandstofcel die waterstof omzet in elektriciteit. De voordelen:
- Snel tanken (3-5 minuten)
- Lange actieradius (tot 600-700 km)
- Lichtgewicht ten opzichte van accu’s, vooral bij vrachtvervoer
Waterstof is vooral interessant voor zwaar vervoer: vrachtwagens, bussen, treinen en misschien zelfs schepen en vliegtuigen. Voor personenauto’s lijkt batterij-elektrisch rijden voorlopig praktischer en goedkoper.
In Nederland rijden er al waterstofbussen in het openbaar vervoer en er wordt getest met waterstoftreinen in het noorden van het land.
2. Waterstof voor verwarming van gebouwen
Ook verwarming met waterstof wordt onderzocht. De voordelen: je kunt bestaande gasleidingen grotendeels hergebruiken en je verwarmingsinstallatie hoeft niet radicaal omgebouwd te worden.
Toch zijn er kanttekeningen:
- Waterstof verbrandt op hogere temperatuur en vraagt om aangepaste (HR-)ketels.
- De efficiëntie is lager dan bij warmtepompen.
- De productie van groene waterstof is nog beperkt.
Daarom geldt: waterstof voor verwarming is vooral kansrijk waar andere verduurzaming moeilijk is — bijvoorbeeld in monumentale panden, oude wijken of buitengebieden waar geen warmtenet of ruimte voor een warmtepomp is.
3. Waterstof als industriële grondstof of brandstof
In de industrie is waterstof al decennialang in gebruik — vooral als grondstof bij de productie van kunstmest en in raffinaderijen. Die grijze waterstof wordt nu stap voor stap vervangen door groene waterstof.
Daarnaast zijn er toepassingen als brandstof voor:
- Hoogovens in de staalproductie
- Chemische processen met hoge temperaturen
- Stoomproductie in fabrieken
Voor deze toepassingen is elektrificatie vaak niet mogelijk of inefficiënt. Waterstof biedt hier dus een reële route naar verduurzaming.
4. Waterstof als seizoensopslag voor energie
Een van de grootste uitdagingen in de energietransitie is hoe we overschotten uit de zomer (zon) beschikbaar maken in de winter. Batterijen zijn daarvoor niet geschikt, maar waterstof kan hier een cruciale rol spelen:
- Overtollige zonne- of windstroom in de zomer omzetten naar waterstof
- Opslaan in tanks of ondergrondse cavernes
- In de winter gebruiken voor elektriciteit, verwarming of mobiliteit
Vooral op wijk- of regioniveau kan dit interessant zijn. Denk aan energiecoöperaties die lokaal opwekken, opslaan en verdelen.
5. Waterstof in lokale energiesystemen
Voor huishoudens is waterstof nog niet meteen haalbaar, maar voor buurten, boerderijen of bedrijventerreinen kan het al interessant zijn. Bijvoorbeeld:
- Een zonnepark met elektrolyser maakt waterstof
- Die waterstof wordt opgeslagen in cilinders of tanks
- Een micro-wkk of brandstofcel zet het later weer om in stroom en warmte
Zo ontstaat een circulair energiesysteem waarin je als gemeenschap minder afhankelijk bent van het elektriciteitsnet.
En wat (nog) niet?
Waterstof is veelzijdig, maar niet heilig. Het is géén vervanging van elektriciteit of batterijen, maar een aanvulling. Voor elke toepassing moet je kijken: is elektrificatie mogelijk? Zo ja: dan heeft dat vaak de voorkeur.
Waterstof is vooral waardevol waar:
- Elektriciteit niet praktisch is (industrie, zwaar vervoer)
- Langdurige opslag nodig is (seizoensopslag)
- Lokale netten overbelast zijn
Tot slot: pas op de plaats
Waterstof is geen wondermiddel, maar het kan een onmisbare schakel worden in een slim, gebalanceerd energiesysteem. Denk aan een toekomst waarin zonnepanelen zorgen voor je stroom overdag, batterijen voor de avond, en waterstof voor de winter.
In een volgende blog ga ik verder in op wat er nodig is om dat toekomstbeeld waar te maken: infrastructuur, regelgeving, veiligheid en lokale initiatieven.
De technologie ontwikkelt zich snel — de vraag is: gaan wij als samenleving net zo snel mee?